Zakkenvullers die zich verrijken ten koste van werknemers. Het beeld dat bonden de laatste maanden schetsten van werkgeversorganisaties in de discussies over het ontslagrecht was niet mals. On speaking terms zijn beide partijen niet meer. Bernard Wientjes: ‘Doodzonde, maar er was te veel emotie.’
Een strak donkerblauw pak, een ferme handdruk en een kantoor op de twaalfde verdieping van de Malietoren. Zijn vergadertafel kijkt uit over het Haagsche Bos, De Pers ligt achteloos op zijn bureau, te midden van stapels papieren en boeken. Het is de dagelijkse werkomgeving van Bernard Wientjes, nu ruim twee jaar voorzitter van ondernemingsorganisatie VNO-NCW.
Vakbonden vinden de versoepeling van het ontslagrecht ronduit asociaal. Voelt u zich aangesproken?
‘Nee. Het is juist sociaal dat iedere werknemer recht op een ontslagvergoeding krijgt. Tenzij een bedrijf slecht draait, maar dat is nu ook al zo.
Als de bonden in december (in de Sociaal-Economische Raad ging toen een principeakkoord over het ontslagrecht na anderhalf jaar praten toch niet door omdat FNV Bondgenoten de hoogte van de ontslagvergoeding niet voldoende vond, red.) hadden gezegd dat ze overeen waren gekomen dat de werknemer altijd recht heeft op een ontslagvergoeding, dan heb je een halfvol glas. Maar de vakbonden presenteren liever het halflege glas. Iedereen kan zo maar ontslagen worden!Â’
Is soepeler ontslag geen vrijbrief om lastige, kritische werknemers gemakkelijker kwijt te raken?
‘Ik geloof niet de werkgevers in Nederland socialer of minder sociaal worden door een nieuw ontslagrecht. Als ik morgen van iemand af wil, dan schakel ik vandaag nog een advocaat in. Het huidige ontslagrecht geeft een soort schijnzekerheid. De kantonrechters in ons land behandelen ongeveer tienduizend zaken, waarvan het merendeel niet eens bij de rechter belandt. Vaak ook regelen advocaten dat onder elkaar. Dat kost jaarlijks driekwart tot één miljard euro per jaar. Handenvol geld, voor allemaal formaliteiten. Daar zit onze winst. Wij vinden het belangrijk dat je niet meer voor elk ontslag naar de rechter moet.’
Is misbruik te voorkomen?
‘Nee, maar die garantie hebben we nu ook niet. Er zullen altijd werkgevers zijn die zich misdragen. Maar we leven in een net land. De wet schrijft voor: een ontslag moet gegrond zijn. Als iemand alleen maar vrouwen of homo’s ontslaat, dan kan dat dus niet. Dan kun je naar de rechter stappen en zeggen dat dit discriminatie is. Iedereen kan in dit land naar de rechter.’
U heeft ermee ingestemd 200.000 vacatures open te stellen voor mensen die langer dan een jaar werkloos zijn. Hoe denkt u dat voor elkaar te krijgen? Ouderen, vrouwen en allochtonen worden nu eenmaal minder gemakkelijk aangenomen, blijkt uit onderzoek.
‘Het percentage groeit gelukkig, maar het aantal werkende ‘mensen met een vlekje’, zoals Donner ze noemt, is onvoldoende. We zullen ze echte banen aanbieden, geen Melkert-banen! Vijftig procent van het salaris wordt betaald door de overheid. De werkgever neemt de ander helft van het salaris voor zijn rekening. Ze krijgen waar nodig een opleiding. De hoop is dat een groot percentage van deze mensen een vaste baan kan krijgen na een jaar. Onderzoek van het Centraal Plan Bureau onderschrijft dat op het moment dat het ontslagrecht versoepeld wordt de nieuwkomers in de arbeidsmarkt het gemakkelijker krijgen. En een enquête van het NIPO, nota bene in opdracht van de FNV wijst uit dat 62 procent van de werkgevers denkt dat ze bij een versoepeling à la Donner sneller en meer mensen in dienst zullen nemen, dus ook ouderen. Werkgevers moeten wel van hun vooringenomenheid af. Zo heerst het beeld dat oudere werkgevers vaker ziek zijn. Dat is niet zo. Daarom ligt het ziekterisico in ons voorstel het eerste jaar niet bij de ondernemer, maar bij de overheid.’
Wat zijn de sancties als een werkgever hier niet aan meewerkt?
‘Dat werkt niet. We hebben dat met het aannemen van allochtonen gezien. Dat is ook waarom we nu zo inzetten op volwaardige banen. We hebben met veel bedrijven gesproken en iedereen heeft ja gezegd. Er is een enorm gebrek aan mensen. Dit is hèt moment om die mensen aan het werk te krijgen.’
Is het vergroten van de arbeidsparticipatie echt niet te doen zonder de versoepeling van het ontslagrecht?
‘Alles kan, maar bij ons zit het in de deal. Ik kan niet mijn werkgevers vragen om de voordeur te open als de achterdeur op slot blijft. Je kunt niet mensen kansen bieden zonder ook de werkgever iets te gunnen.’
Wat is het voordeel voor de werknemer?
‘Is de weg via het CWI of de kantonrechter nu echt beter? Je moet nog maar afwachten wat de kantonrechter besluit. Als het moet, wordt de werknemer uiteindelijk toch ontslagen, dat is in 95 procent van de gevallen zo. Alleen het duurt langer en het kost de werkgever veel meer door het administratieve circus eromheen. En de werknemer houdt tot het laatste moment onzekerheid over zijn ontslagvergoeding’
Die gang naar de kantonrechter kan voor de werkgever wel een drempel zijn.
‘Dat is waar, maar de andere kant van de medaille is dat diezelfde werkgever denkt: ik kijk wel uit voordat ik nieuwe mensen aanneem.’
Denkt u niet dat de werknemer door de versoepeling van het ontslagrecht in toenemende mate als een product wordt gezien?
‘Dat is een karikatuur gecreëerd door de vakbonden. Per jaar wordt 2 procent van de mensen ontslagen. Er zijn bedrijven die dat jaren niet meemaken. Zouden die werkelijk plotseling veranderen hoe ze met hun personeel omgaan, omdat ze je gemakkelijker kunnen ontslaan? Waanzin.’
Ziet u nog hobbels op uw weg?
‘Dat is de hamvraag. Ik was positief verrast dat ontslagrecht zo duidelijk in de Troonrede genoemd werd. Het kabinet gaat het wetsvoorstel hierover indienen. Maar in het huidige kabinet zitten ook PvdA-ministers. Die fractie heeft behoorlijke bezwaren. Dat hoort bij het spel. Het heeft eigenlijk geen zin meer om dit uit te stellen. Alle kaarten zijn al geschud. Ik denk dat het tussen nu en het komende half jaar geregeld moet zijn. Met de bonden valt momenteel in ieder geval niet te praten. Te veel emotie. Het is nu politiek geworden: het kabinet is aan zet.’
Bron: De Pers