Periodieke uitkeringen uit een stamrecht worden niet gekort op de uitkering. Dat staat in de antwoorden van de staatssecretaris Aboutaleb van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op vragen uit de Tweede Kamer.
Het gaat hierbij om een eenmalige ontslagvergoeding die in de vorm van een stamrecht door de werkgever ten behoeve van de werknemer bij een verzekeringsmaatschappij is aangekocht.
Voorwaarde is dat de werknemer die ontslagen is kan kiezen uit een eenmalige ontslagvergoeding in de vorm van een geldbedrag ineens of dat de werkgever ten behoeve van de werknemer een stamrecht bij een verzekeringsmaatschappij koopt.
De Centrale Raad van Beroep bepaalde in 2005 dat betalingen uit een stamrecht wel op een sociale uitkering gekort moeten worden. Die uitspraak sloot echter niet aan bij de uitvoeringspraktijk; daarin werd die korting ook wel achterwege gelaten. Daarom komt er nu een aanpassing van het inkomensbesluit IOAW (Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers) zodat periodieke uitkeringen, die met een eenmalige ontslagvergoeding door de werkgever zijn aangekocht, niet gekort worden op de uitkering.
Door de aanpassing maakt de staatssecretaris een einde aan de onzekerheid over de verrekening van stamrechtuitkeringen en schept nu duidelijkheid voor burgers en gemeenten. Aboutaleb laat de aanpassing ook gelden voor de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) en de Toeslagenwet (TW).
IOAW is een inkomensvoorziening die bestemd is voor oudere langdurige werklozen die 50 jaar of ouder waren op het moment dat zij werkloos werden.